Naast zijn wereldberoemde romans schreef psychiater en schrijver Hans Keilson essays. Deze zijn persoonlijk van karakter en helder geschreven. Hij schrijft over de ambivalente structuur en het zelfdestructieve karakter van de haat, gedachten die de grondslag vormden van zijn roman 'In de ban van de tegenstander'. Tijdens de oorlog was hij zijn tijd ver vooruit met zijn bedenkingen over de bombardementen op de Duitse steden. Aangrijpend is zijn relaas over de jongen die als enige van zijn familie terugkeerde uit Bergen-Belsen, met wie hij een nieuwe taal moest zien te vinden om over diens ervaringen te kunnen praten. Aanstekelijk schrijft hij over de Nederlandse cultuur, over stamppot en Bols, over het leren van de taal aan de hand van voetbalverslagen op de radio en over de schoonheid van het Friese landschap.
Volgens Keilson kunnen fictie en non-fictie, kunst en leven, taal en werkelijkheid niet zonder elkaar, maar moeten ze op elkaar inwerken en elkaar inspireren. Deze essays tonen dan ook net als de romans het fenomenale inlevingsvermogen en de ongeëvenaarde denkkracht van de schrijver wiens werk tegenwoordig tot het beste van de wereldliteratuur gerekend wordt.
De selectie van de stukken is nog door de auteur zelf gemaakt, samen met vertaler en publicist Piet de Moor, die ook de inleiding verzorgde.
No. of Pages |
263 |
Original Language |
German |
|
|